Non-fictie
Het geluid van een tijdperk
Ariana Harwicz
(vert. Trijne Vermunt)
- Nike van Helden
- 29 oktober 2024
Wanneer ik een boek lees dat me uitnodigt om erover te schrijven, dan houd ik zoekmachines, literaire- en academische tijdschriften altijd angstvallig gesloten. Wat de schrijver zelf over het werk zegt wil ik niet weten. Wat anderen over het werk zeggen interesseert me ook geen barst. Dat komt later. Eerst wil ik weten waar het werk voor mij over gaat en wat het met mij doet. En dat ontdek ik al schrijvend. Het was dus atypisch dat ik direct interviews en recensies begon te zoeken na het lezen van Het geluid van een tijdperk (El ruido de una época) van Ariana Harwicz.
Bijna schreef ik ‘de Argentijnse schrijfster Ariana Harwicz’, maar in dit non-fictiewerk benadrukt zij herhaaldelijk dat ze niet schrijft als vrouw (net zomin als een man schrijft ‘als man’), noch ‘als Argentijn’ of, nog erger, ‘als Latijns-Amerikaanse schrijver’. Volgens Harwicz staat het open karakter van het schrijven op gespannen voet met het soort afbakeningen dat een identiteit veronderstelt. Ook als jouw identiteit afwijkt van de norm schrijf je niet als spreekbuis voor alle mensen die jouw identiteit delen. Je bent en je schrijft. Of je schrijft niet. En of dat je een schrijver maakt, of niet, dat is ook nog maar de vraag.
In haar nieuwste werk onderzoekt Harwicz de relatie tussen de schrijver, het werk en het tijdperk waarin het werk geschreven en gelezen wordt. Op die manier reflecteert zij dus ook op de relatie tussen de lezer en de schrijver, die elkaar, als dusdanig, enkel en alleen treffen in de tekst. Daarom vond ik het zo merkwaardig dat ik uitgerekend bij dit boek de behoefte voelde om buiten de tekst op zoek te gaan naar nadere duiding omtrent de intentie van de schrijver.
Na lezing had ik echter sterk het gevoel dat er iets belangrijks onbenoemd was gebleven, terwijl de urgentie van het werk van de pagina’s spatte. Het boek bestaat uit fragmenten van essays, briefwisselingen, aforismen, literaire anti-geboden, en andere teksten die zich niet direct laten classificeren. Het is een dwars boek (op sommige pagina’s zelfs letterlijk) met een speelse opmaak en indeling. In al zijn springerigheid is het werk niet te reduceren tot een betoog. Het is een onmiskenbaar tegengeluid, een keiharde dissonant, maar waartegen? En over welk tijdperk gaat het eigenlijk?
Zoals het “een” in de titel al duidelijk maakt, gaat het niet over één tijd, maar al lezende valt het op dat veel van de schrijvers die Harwicz noemt de ‘gelukkige vloek’ te beurt viel te schrijven in een ‘interessant tijdperk’. Een ‘geluk’ waarvan Harwicz voorzichtig opmerkt dat zij dat zelf ook lijkt te hebben. Ze uit die gedachte in een briefwisseling met Adan Kovacsics, die onder andere het werk van de Joodse schrijver Imre Kertész vertaald heeft. In dit geval is het vermelden van de Joodse identiteit van de schrijver belangrijk, omdat dit de reden was dat hij werd afgevoerd naar Auschwitz, en later Buchenwald. De holocaust zou het grote thema worden in zijn werk, en Kertész en zijn werk zijn vervolgens weer een groot thema in het boek van Harwicz.
Hoewel zij geen expliciete vergelijking maakt tussen de verschillende contexten waaraan ze refereert en haar eigen ‘interessante tijdperk’, komen drie thema’s duidelijk naar voren: oorlog, antisemitisme en de aanval op onderwijs en cultuur. Deze thema’s zijn niet gelijksoortig, maar ze zijn historisch gezien ook niet los van elkaar te zien. En daarin zit nu juist de urgentie van dit werk. In hoeverre de geschiedenis weerklinkt in het geluid van nu, dat laat Harwicz volledig open, maar wat ze wel duidelijk stelt is dat de schrijver, en het schrijven, binnen de huidige cultuur steeds meer onder druk komen te staan.
In de noot van de auteur, waar het werk mee opent, spreekt Harwicz zelfs van een intimidatiecultuur. En ja, een ‘noot van de auteur’ is binnen een boek waarin de schrijver ‘de auteur’ herhaaldelijk morsdood verklaart een totaal inconsistent curiosum, maar dat is nu juist het punt. Voor Harwicz is de weigering om op één enkele manier te denken immers het fundament van het schrijven. En die weigering is dan ook het enige dat consistent wordt doorgevoerd in dit boek.
Die weigering is enorm bevrijdend en, helaas, ook bijzonder relevant in Nederland, want ook hier staan kunst, cultuur en onderwijs op dit moment onder enorme druk. Ik doel op de verhoging van het btw-tarief op boeken, film en theater, de voorgenomen bezuiniging van één miljard per jaar op het hoger onderwijs, en de aangekondigde bezuiniging op subsidies voor cultuur en onderzoek. Harwicz’ werk is binnen de huidige Nederlandse context ongelofelijk relevant. Zo stelt ze:
“Het probleem is dat de afbraakwoede, waarbij nauw wordt samengewerkt met Amerikaanse universiteiten (afbraak én onderwerping), niet losstaat van de financiering. Door de managementlogica is de ideologische druk groter, want er moet geld binnenkomen. Ik heb de indruk dat ik in zwart-wit leef, dat lezen en onderwijzen weer een gevaarlijke daad zijn.”
Ik las deze woorden in dezelfde week dat ik hoorde dat de “niet-rendabele vakken” aan de universiteit waar ik lesgeef waarschijnlijk geschrapt zullen gaan worden. Iets dat met name de studie en kennis van andere talen en culturen zal raken, waardoor het aanzienlijk moeilijker zal worden om als Nederlander te leren van en over andere culturen en perspectieven. Zoals bijvoorbeeld die van Harwicz, want ook Latijns-Amerikastudies wordt met sluiting bedreigd.
Voor mensen die zich, net als ik, al een tijd afvragen wat een passende houding is om de beoogde afbraak in Nederland te voorkomen, is de houding van Harwicz er een om serieus te nemen. Zoals haar werk benadrukt, is de afbraak van onderwijs en cultuur een aanval op de ruimte die je hebt om vrij te (leren) denken. En die ruimte is het verdedigen waard. Wat Harwicz duidelijk maakt is dat je die strijd echter al hebt verloren als je het tegengeluid afstemt op de toon van het debat: als je argumenten netjes complementeert met tegenargumenten. Dit weigert Harwicz dan ook in alle toonaarden. En in die retorische strategie schuilt een enorme kracht.
Wanneer de ruimte om vrij te (leren) denken dreigt te worden ingeperkt, dan is de weigering om slechts op één manier te denken, en één geluid te laten horen, meer dan een tegengeluid: het is een tegenbeweging, een actie. Zolang je de ruimte neemt om vrij te denken, te schrijven en te spreken, houd je die ruimte namelijk open. Vrijheid bediscussieer je niet vrijblijvend. Vrijheid belijd je. Het is performatief. Hoe meer mensen die ruimte nemen, hoe groter en sterker die ruimte wordt. Ik hoop daarom dat mensen zich massaal laten horen tijdens het landelijk protest tegen de voorgenomen bezuinigingen op het hoger onderwijs in Utrecht op 14 november aanstaande.1 Spreek je uit, laat je horen, want wat in eeuwen is opgebouwd dreigt nu afgebroken te worden. En met tegenargumenten alleen komen we er niet.
Dit tekortschieten van de redelijkheid verklaart waarom Harwicz zich er op de eerste pagina van haar boek openlijk over verwondert dat de behoefte om ongehoorzaam te zijn de laatste tijd juist afneemt. Ze hekelt de huidige hang (en dwang) tot politieke correctheid en benadrukt de noodzaak om soms onaangenaam of onaangepast te zijn. Het is in die zin van belang om te beseffen dat het woord ruido in de Spaanse titel niet alleen ‘geluid’ betekent, maar ook ‘herrie’ of ‘kabaal’. Voor Harwicz gaat schrijven duidelijk over meer dan esthetiek. Het gaat over vrijheid.
Door heen en weer te bewegen door verschillende tijdperken en werken maakt ze op een prachtige manier inzichtelijk waarom het gevaarlijk is om te zwijgen wanneer het lezen, schrijven en onderwijzen onder druk komen te staan. Immers, wie zwijgt stemt toe. En dat niet alleen: wie zwijgt committeert zichzelf ook aan de inperking van die vrijheid. Dit werpt de prangende vraag op wat je nog kunt inbrengen wanneer die ruimte eenmaal te eng wordt? Wie spreekt zich dan nog uit?
Laten we daarom alsjeblieft massaal het voorbeeld van Harwicz volgen en ons in al onze onaangepaste meerstemmigheid laten horen. Zo houden we de ruimte voor het vrije denken open en kunnen we allicht het geluid van ons tijdperk totaal veranderen.
Ben je benieuwd wat de schrijver buiten haar werk nog te zeggen heeft? Adriana Harwicz is op 2 november 2024 te gast op Crossing border.
[1] Je kunt WOinActie volgen voor updates. Er is ook een petitie die je kunt tekenen.
Ariana Harwicz, Het geluid van een tijdperk
- El ruido de una época
- Spaans
- Vleugels (2024), 144 blz.