Proza

The Dream Life

Bo Huston

  • Obe Alkema
  • 8 mei 2023

Dertig jaar na de initiële publicatie heeft Publication Studio The Dream Life van Bo Huston opnieuw uitgegeven en nu maakt de roman deel uit van de Fellow Traveler-reeks. Met deze serie brengt curator Matthew Stadler tijdgenoten en/of gelijkgestemden van de New Narrative-beweging voor het voetlicht. En alsof de heruitgave van deze onstuimige en mistroostige roman niet genoeg is, is er tegelijkertijd een literaire prijs in Hustons naam in het leven geroepen. Op de daarvoor opgetuigde website kwam ik een slogan van Huston tegen die niet alleen de inhoud van The Dream Life samenvat, maar ook als disclaimer fungeert voor deze lolitaëske roman: ‘It’s not safe to be safe.’

In de roman staat de relatie tussen de minderjarige Jed en zijn bijlesleraar Holly (begin dertig) centraal. Een zieke Holly blikt terug op hun verhouding. Hij kidnapte Jed en/of Jed liet zich door hem kidnappen. Waren ze geliefden? De nadruk ligt niet op de seksuele omgang. Die wordt summier en feitelijk beschreven. Vrienden dan? Huston richt zich vooral op de complexiteit van hun disfunctionele relatie. Die krijg je mee vanuit beider perspectief en wordt zodoende nog complexer. Hun verhouding loopt uiteindelijk spaak, haast vanzelfsprekend: Jed wordt behalve ouder ook wijzer en ontgroeit de affaire, terwijl Holly op zijn beurt zijn overwicht verliest en zijn verleden hem opbreekt. 

Dit is het eerste wat Jed vertelt: ‘Holly says you always lose the thing you really love.’ In Holly’s geval is dat Jed, zoals je in het hoofdstuk ervoor al meekreeg: ‘I miss Jed with that saddest kind of grief: the way I miss my own childhood, my own self.’ Wroeging, apathie, macht en verdriet zijn de drijvende krachten in The Dream Life – een toxische combinatie, zoals Holly laat zien. Ik moest tijdens het lezen meermaals denken aan de hitserie Euphoria, waarin dezelfde krachten aan het werk zijn. De personages gijzelen elkaar en ook zichzelf doordat ze niet op een adequate wijze met hun emoties kunnen dealen. Holly heeft het overigens van de beste geleerd, namelijk van zijn moeder, een depressieve vrouw die niet voor haar kind kon zorgen en dat maar overliet aan haar zus, bij wie ze inwoonden. Vaders komen niet voor in The Dream Life.

Halverwege het boek zegt Holly: ‘In my life it is axiomatic that when I disengage in this curious way with the present—with now, with real life—I am instantly engaged again with the past—with then, with the dream life.’ Het droomleven – een mooi woord dat de (Engelstalige) spellingcontrole van mijn tekstverwerker wilde corrigeren naar ‘doom-laden’ – is precies dat: noodlottig. Maar het is ook een leven dat je apathie verzacht en waar je de macht kunt opeisen over je verdriet en spijt. In Holly’s geval kan dat geen simpele of lekkere nostalgie zijn, want zijn levenskeuzes en afkomst sluiten onschuld uit: ‘I can never say I’m sorry because I don’t know what that means.’

De heruitgave wordt uitgeleid door een nawoord van Rebecca Brown, een bekende van Huston en zelf ook een Fellow Traveler. Holly ziet zichzelf niet als vader van Jed, waardoor zij zich afvraagt of een kind zich door een man kan laten bemoederen. Dat werkwoord, plus de automatische psychoanalytische lading die erin doorklinkt, is uitermate geschikt voor de onhoudbare verstrengeling tussen de personages. En behalve onhoudbaar ook onontkoombaar en daardoor misschien wel onweerstaanbaar, want het is niet veilig om veilig te zijn.

Bo Huston, The Dream Life
  • Engels
  • Publication Studio (2023 (1992)), 236 blz.