Proza
Instabil
Ruxandra Burcescu
- Charlotte van Rooden
- 23 augustus 2023
In Roemenië is een nieuwe, jonge generatie schrijvers in opkomst. Opvallend is dat deze generatie zich in het bijzonder wijdt aan het genre van het korte verhaal. De workshops die prozaschrijver Marius Chivu en dichter en prozaïst Florin Iaru sinds een jaar of tien organiseren, gelden als stuwende kracht achter deze explosie in het korte proza-genre. Sinds 2020 geeft Chivu bovendien een jaarlijkse bloemlezing uit met korte verhalen, waarin opzettelijk grote namen naast die van hun (voormalige) cursisten worden geplaatst. Van hen verschijnen nu veel eerste romans of verhalenbundels, die dikwijls getuigen van een frisse insteek qua stijl en thematiek.
Ruxandra Burcescu is een van hen. Na de cursus over het schrijven van korte verhalen sleepte ze een beurs in de wacht voor een mentoraat en kort daarna kreeg ze een schrijversbeurs toegekend van Cărturești, een grote boekhandelketen, om te werken aan haar tweede roman. In haar spannende debuutroman Instabil beschrijft ze het Roemeense dorpsleven, dat in talrijke verhalen en romans een rol speelt, op originele wijze. Dat doet ze door traditionele thema’s – zoals religie, oude gebruiken, de sporen van het communistische verleden – te combineren met een mystiek, thrillerachtig plot. Haar jonge hoofdpersonage wordt geconfronteerd met zowel de worstelingen van de moderne tijd als de spoken van het verleden.
Burcescu is een belangrijke vertegenwoordigster van de bovengenoemde, nieuwe generatie schrijvers, die vlak voor of vlak na de Revolutie van 1989 zijn geboren en nu hard aan de weg timmeren. Zij schrijven onder meer over de perikelen van Roemeense jongeren, die zowel binnen Roemenië als elders in Europa hun weg proberen te vinden, terwijl ze ondertussen complexe familieverhalen met zich meetorsen, waarin vrijwel altijd de periode van het communisme, de roerige jaren negentig en/of de gevolgen van de diaspora doorschemeren.
Instabil zit knap in elkaar en leest als een literaire thriller, of een ‘psycho-noir’, zoals in de flaptekst staat. Het boek opent met de avond waarop Dorina’s echtgenoot levenloos wordt aangetroffen en zij van haar eerste kind bevalt. De omstandigheden rond de dood van haar man zijn onheilspellend, ze vinden hem met gaten in zijn gezicht, een zwart uitgeslagen huid en een pluk pluis die uit zijn neus lijkt te groeien. Na een korte schets van Dorina’s zorgelozer jeugdjaren, die bruusk eindigen als ze voor het eerst – ruim tien jaar eerder – zwanger raakt en moet trouwen, springt het verhaal over naar een andere tijdlijn, waarin Lorelei twee generaties na Dorina op haar werk een telefoontje krijgt dat haar oude buurman – eveneens onder vreemde omstandigheden – is overleden en ze op stel en sprong besluit terug te gaan naar Giurgiu, een stadje ten zuiden van Boekarest, aan de Donau. Ze heeft verschillende redenen om weg te willen uit de hoofdstad, waar ze zich overdag naar een uitzichtloze kantoorbaan sleept en ’s nachts vaak tot in de vroege uurtjes feest, maar aangekomen in Giurgiu dringen zich allerlei vragen aan haar op over haar kindertijd en het verleden van haar buren in haar moeders geboortedorp, waar ze na de begrafenis naartoe reist. Wie was Mircea Anton, de man op het mysterieuze portret dat ze op het kerkhof herkent, en over wie haar moeder niets wil vertellen? Waarom mocht zij op een gegeven moment niet meer terug naar het dorp waar haar grootouders nog altijd woonden? En waar komt dat mysterieuze gezang vandaan?
In beide verhaallijnen, van Dorina en haar zoon Mircea aan de ene kant en Lorelei en haar moeder aan de andere kant, laat een reeks kleurrijke personages in zeer spreektalige, levendige dialogen zo min mogelijk los over de verschillende geheimen van het verleden. Daarbij spelen op de achtergrond de recente geschiedenis, bijgeloof, een groot familiegeheim en een eeuwenoude vloek. Burcescu schuwt zware thema’s als abortus en (zelf)moord niet, maar tegelijkertijd bevat het boek ook luchtigere passages over dagelijkse beslommeringen, oppervlakkige burenroddels en herinneringen. Halverwege het boek is zelfs een familierecept voor ganzenragout opgenomen. Evenals in haar kortere werk speelt Burcescu in haar roman met het idee van het noodlot.
Het is een spannende tijd voor de Roemeense literatuur, omdat er rap veel nieuwe namen bijkomen. Ik denk dat we deze nieuwe generatie schrijvers, met Burcescu voorop, in de gaten moeten houden. Instabil verdient het in ieder geval vertaald te worden. Persoonlijk kan ik daarnaast niet wachten op de bundeling van haar korte verhalen. Burcescu houdt de spanning vast, schetst in kort bestek situaties of personages totdat je ze voor je kunt zien en vertelt altijd een memorabel verhaal.
Ruxandra Burcescu, Instabil
- Roemeens
- Humanitas (2022), 232 blz.