Memoir
Dictee
Theresa Hak Kyung Cha
- Caro Van Thuyne
- 27 augustus 2024
De eerste keer dat ik Dictee las, was ik overrompeld en bedwelmd. Verstomd. Sprakeloos. Ik wist dat ik naast al dat voelen nog niet genoeg begreep. Alsof het boek een kamer vol geheime objecten was die ik niet kon thuisbrengen. Er waren foto’s zonder onderschriften of duiding achterin, handgeschreven en getypte brieven zonder context, tekens in een taal die ik niet (her)kende, landkaarten en diagrammen en medische platen, en nog meer foto’s, er waren tekstfragmenten en gedichten die ik niet echt begreep… ik was deze betoverende, bevreemdende plek binnengestapt en ik had slechts mijn zintuigen en mijn gevoelens, ik was hier niet thuis, ik was hier nog niet thuis, ik wist dat ik het boek zou blijven herlezen… maar het wellicht nooit helemaal zou begrijpen. “The book resists mastery,” schrijft Kate Zambreno erover. Zij was het die het boek op mijn pad bracht, zelf had ik nog nooit van Theresa Hak Kyung Cha gehoord.
“Tongue tied forbidden of tongue… They take from you your tongue… Cracked tongue. Broken tongue… A second tongue a foreign tongue… Dead tongue… The labor of tongues… Broken tongue. Pidgeon tongue. Semblance of speech… Inside is the pain of speech the pain to say… Speech morsels… Broken speech. Muteness. Speech less ness…”
Als je me vraagt waarover Dictee gaat, dan zeg ik als eerste: taal. Moedertaal en de ontheemding van ze niet te kunnen of mogen spreken. De fysieke moeilijkheid van het spreken van de tweede of derde taal. Van het Frans dictee elke vrijdag voor de eucharistieviering op haar katholieke meisjesschool in de VS (het gezin Cha emigreerde vanuit Korea in 1962, Theresa was toen elf), langs de voor mij onleesbare Koreaanse tekens, en de platen van het strottenhoofd die tonen hoe het spreken gebeurt, tot het verhaal van haar moeder die haar moedertaal niet mocht spreken vanwege de Japanse bezetting van Korea (van 1910 tot 1945 – hun taal, namen en gebruiken, hun hele cultuur werd verboden): alles laat de lezer de taalpijn voelen.
Want dat is wat Theresa doet: door haar stijl roept ze de gevoelens en gebeurtenissen op in plaats van ze te beschrijven. Ze schrijft van binnenuit, waardoor je als lezer alles ook van binnenuit beleeft en voelt, ook als je niet begrijpt wat er gebeurt. En zo maakt ze van de lezer eveneens een immigrant, de immigrant van dit boek, overweldigd door zintuiglijke en emotionele indrukken en verwarring over al wat onbegrijpelijk is.
En zo is het ook moeilijk om over dit boek te schrijven, want ik beheers die nieuwe taal van haar niet. “She follows no progression in particular of the narrative but submits only to the timelessness created in her body,” schrijft Theresa, en dat zou net zo goed kunnen gaan over haar als schrijver als over mij als lezer die over haar boek wil vertellen.
Dictee is opgebouwd uit fragmenten en ‘artefacten’ – zo zal ik ze maar noemen. Het boek volgt losjesweg de negen muzen voor zijn hoofdstukken, maar die bepalen niet strikt inhoud of stijl ofverloop. Soms voelt Theresa’s schrijven als een droom, waarin meer gevoeld wordt dan er gebeurt, waarin de enige dingen die gebeuren binnen het gevoel gebeuren. Soms verdwijnt ze in haar associaties en gedachten en kun je het even niet meer volgen, laat je alle begrip of pogingen tot begrip los en laat je je meestromen met haar poëtisch schrijven.
Ik houd van de schrijfvrijheid die ze neemt. Ze laat zinnen lopen zonder adempauzes, schrijft staccato brokstukken van zinnen, laat de woorden elkaar stuwen, ze laat twee teksten parallel lopen op linker en rechter bladzijden, ze herhaalt, stelt bij, zoekt, ze schrijft poëzie, ze schrijft proza, ze deconstrueert de taal, ze hakt woorden in moten, ze hoeft niet in volzinnen te schrijven, ze schrijft vanuit de binnenkant van haar lichaam en ze weigert te vertalen voor een goed begrip door de lezer, de lezer moet enkel mee voelen. Ze verwerpt een verhaallijn, ze schrijft dictees en vertaaloefeningen. Ze neemt je mee in de kerk op Aswoensdag, dan in een filmzaal, dan in een studentenbetoging, dan in een huwelijksnacht, dan in een verder verleden, dan naar een waterput, dan naar ik-weet-niet-waar-ik-weet-niet-wanneer…
Het boek verscheen in 1982. Het genoot een bescheiden ontvangst. Een week of twee maanden later (al naargelang de bronnen), op 5 november, werd Theresa Hak Kyung Cha vermoord. Ze was slechts eenendertig. Het duurde vijf jaar en drie rechtszaken eer de dader, een serieverkrachter, veroordeeld werd – tegen dan was Dictee allang een stille dood gestorven. Door dat ontijdige en afschuwelijke einde klinken de volgende woorden des te wranger: “She says to herself if she were able to write she could continue to live. Says to herself if she would write without ceasing. To herself if by writing she could abolish real time. She would live.”
In 1995 werd Dictee heruitgegeven door Third Woman Press. Sindsdien wordt het omarmd door uiteenlopende groepen: feministen waarderen het boek omdat Dictee een vrouwelijke lijn neerlegt, niet enkel die van dochter en moeder Cha, maar ook die van de zeventienjarige verzetsheldin en martelares Yu Guan Soon, van karmelietes Thérèse van Lisieux, Jeanne d’Arc, Demeter en Persephone, maar ook die van anonieme vrouwen; avant-garde-kunstenaars herkennen zich in de artistieke praktijk van Theresa Hak Kyung Chao, die zelf ook avant-garde-kunstenaar was, performances deed, video-installaties en films maakte; en door Aziatisch-Amerikaanse lezers en schrijvers. Koreaans-Amerikaanse auteur Min Jin Lee: “My admiration for her is for her sense of entitlement. I had never met anybody like me, who shared my biography, who felt a sense of entitlement to have that level of difficulty in her work.” En R.O. Kwon: “To live in the United States in a marginalized body, and to write from that perspective, is to live with an intense pressure to make one’s history easily intelligible, and I cannot overstate how freeing it felt to someone like me, also a Korean immigrant, to see Cha show, in 1982, that one does not have to bend to this pressure.”
Hoog tijd dat dit avant-garde-boek over de diepste immigratiebeleving en het lijden en verzet van vrouwen ook naar het Nederlands wordt vertaald. We hebben het nodig!
Theresa Hak Kyung Cha, Dictee
- Engels
- Third Woman Press (1995 [1982]), 179 blz.