Graphic novel

Kvár

Elías Rúni

  • Laura Molenaar
  • 15 mei 2024

Kvár – nonbinair in IJsland

Als je vijftig mannen vraagt hoe ze hun mannelijkheid ervaren, of waarom ze vinden dat ze man zijn, krijg je vijftig verschillende antwoorden. Of in elk geval veertig, vertelt Alda Villiljós in de IJslandse beeldnovelle Kvár (Una útgáfuhús, 2022). Kvár is in 2020 verzonnen als een alternatief woord voor een ‘ongegenderd’ persoon, iemand van wie het gender niet in de hokjes ‘man’ of ‘vrouw’ past. Naast ‘kona’ (vrouw) en ‘karl’ (man) kun je nu ook ‘kvár’ gebruiken om jezelf of iemand anders in het IJslands te omschrijven. Het woord is inmiddels in moderne woordenboeken te vinden, wordt gebruikt in nieuwsberichten en heeft een equivalent in de IJslandse gebarentaal.

Hokjesdenken
Kvár werd genomineerd voor de Fjöruverðlaunprijs. Het is een toegankelijk boek, geschikt voor lezers die geen voorkennis hebben over non-binaire identiteit, en er staat een verklarende woordenlijst voorin. Het is een van de eerste IJslandse boeken over het onderwerp. In korte hoofdstukken laat Rúni zes non-binaire mensen aan het woord. Ze vertellen over hun wisselende ervaringen met hun coming-out en de worsteling met hun identiteit. Viima vertelt bijvoorbeeld dat hun ouders hen jurken lieten dragen en dat hen lang haar moest hebben. Hen voelde dat het niet paste, maar wist hun ongemak niet onder woorden te brengen. ‘Ik wist dat ik geen jongen was, maar hoe kon ik zeggen dat ik geen meisje was? Ik wist niet dat er nog een andere mogelijk was.’ Veel geïnterviewden twijfelen een tijdje, of nog steeds, of ze trans zijn, non-binair of genderfluïde.

In zijn beeldnovelle gebruikt Rúni een eenvoudige beeldtaal, met alleen zwart, rood en blauw. Soms zijn de beelden een tikje cliché; de man- en vrouwsymbolen ♀♂ en de poppetjes die vaak voor wc’s worden gebruikt komen steeds terug. Als het over hokjesdenken gaat, zien we ook doosjes op de pagina. Maar echt storend is dat niet – het onderwerp is immers abstract en de inhoud is interessant genoeg.

Rúni maakt tevens duidelijk dat gender- en identiteitskwesties niet alleen een persoonlijke aangelegenheid zijn, maar ook een maatschappelijke en politieke dimensie hebben. Want veel geïnterviewden merken op dat ze steeds worden gedwongen te kiezen tussen twee alternatieven die niet bij hen passen. Dat begint al bij de geboorte, maar ook steeds wanneer je naar het toilet gaat, je inschrijft op de universiteit, of je voorstelt aan collega’s op een nieuwe werkplek. Móberg vertelt over hun ervaring op een kinderdagverblijf. Hen hoort jonge kinderen al in binaire clichés praten: ‘Meisjes zijn altijd zo…’ Soms probeert hen dan door te vragen: ‘Huh? Wat bedoel je daarmee? Waarom?’ Meestal staan de kinderen dan met hun mond vol tanden, vertelt Móberg. Maar hen is ook wel eens uitgescholden door een kind. ‘Waar komt dat vandaan? Een kind van negen weet niet eens wat dat scheldwoord betekent. Ik ben een beetje bang voor de ouders.’

Taal is niet neutraal
Een ander thema dat veel terugkomt is de taal, want taal is geen neutraal werktuig. De Finse Viima had als kind geen idee dat er iets kon bestaan naast ‘jongen’ en ‘meisje’. Maar ook toen hen volwassen werd en naar IJsland migreerde, stuitte hen op problemen. Docenten stonden er niet altijd voor open hen aan te spreken met hán, een non-binair persoonlijk voornaamwoord. Soms wisten ze niet eens dat het woord bestond. ‘Ik weet niet hoe ik over mezelf moet praten in het IJslands. […] De taal is zo onbuigzaam, die heeft er moeite mee iedereen te verwelkomen,’ vertelt Viima.

‘Waarom kunnen we niet spelen met de taal?’ vraagt Hrafnsunna zich af, die het woord kvár bedacht. Het IJslands kent meer struikelblokken dan het Nederlands. Bijvoeglijk naamwoorden worden verbogen naar het grammaticaal geslacht van het zelfstandig naamwoord. Een mooie man is fallegur, een vrouw falleg en een kind of kvár fallegt. Het is wennen om een onzijdige vorm te gebruiken als je over jezelf spreekt, vertellen de geïnterviewden. Ook de patroniemen zijn lastig. Je mag je achternaam veranderen in een naam zonder -son (zoon) of -dóttir (dochter), maar alleen als je als non-binair geregistreerd staat. Sinds 2019 mogen IJslanders hun gender op officiële documenten zelf bepalen. Dat helpt, maar het is niet de eindoplossing, vertelt Mars: in plaats van twee hokjes zijn het er nu drie: m, v en x. Bovendien kan een x in je paspoort je problemen opleveren in het buitenland, waardoor sommige kvártoch voor m of v kiezen. Zelfs in een samenleving die wettelijk ruimte biedt aan non-binaire mensen is er niet altijd politiek-sociale ruimte voor hen.

Het is mooi dat Elías Rúni ook de fijne en bekrachtigende kanten van kvár uitlicht. Het vinden van een gemeenschap geeft veel troost, en het internet biedt veel kansen om gelijkgestemden te vinden en meer over je identiteit te leren. Regn vertelt over de vrijheid om hun identiteit met kleding uit te drukken: ‘Ik heb altijd met veel plezier jurken gedragen, maar nu voel ik me daar nog vrijer in dan voorheen. Als ik mijn gender ver buiten de genderbinariteit definieer, voelt het alsof elke genderexpressie me past. […] Dat vind ik heel mooi. Pas nadat ik uit de kast kwam ervaarde ik de ultieme vrijheid om gewoon mezelf te zijn.’

De Nederlandse vertalingen zijn van mijn hand. Enkele pagina’s met Engelse vertaling zijn hier te vinden.

Elías Rúni, Kvár
  • IJslands
  • Una Útgáfuhús (2022 (tweede druk)), 96 blz.