Proza

Notities van een theoreticus

Shi Tiesheng

(vert. Mark Leenhouts)

  • Willem Pije
  • 29 maart 2024

Het eerste personage dat de verteller van Shi Tieshengs (1951-2010) Notities van een theoreticus uit zijn schrijversnachten ziet opdoemen, is C. Hij komt voort uit de herinnering dat er ‘in een onvergetelijke zomer een man met twee verlamde benen een einde maakte aan zijn veertigjarige vrijgezellenleven’. Twee zinnen verder schrijft hij: ‘Die zomer is hij getrouwd.’ Shi Tiesheng was zelf begin twintig toen hij in een rolstoel belandde. Schrijver, verteller, personage vormen samen een drie-eenheid waarbinnen de tragiek, de redding, en het alledaagse leven van de verlamde naast elkaar bestaan. Er zijn verschillende uitkomsten mogelijk. Zoals C het 500 pagina’s later verwoordt, als zijn geliefde X hem dreigt te verlaten: ‘Ik moet en zal weten dat het alleen maar de domme realiteit is, dat het nog niet alles is.’

In de 678 pagina’s die het verhaal telt, verrijzen nog vele anderen uit de verbeelding van de verteller. Neem het koppel Z en O: Z, de getalenteerde schilder, zowel beknot als voortgedreven door discipline en klassenijd, en O, de lerares, zijn vrouw, die hem voor een verzengend idee behoeden wil, en die uiteindelijk een tot in de puntjes voorbereide zelfmoord pleegt. En de dwarse WR, die naar een heropvoedingskamp wordt gezonden en bij terugkomst de wereld begrijpt: het is een machtsspel, hij zal zich schikken naar de regels, en triomferen. Deze drie en C en X zijn al snel volwaardige personages, de afspiegeling van een levensloop. Anderen kennen een geleidelijkere ontwikkeling. Ze ontstaan als de alternatieve uitkomst van de levensweg van een reeds uitgekristalliseerd personage. Als ‘andere afslag’ komen ze tevoorschijn, en pas als hun boom zich nog wat verder heeft vertakt, krijgen ze hun eigen hoofdletter.

Het verhaal is caleidoscopisch: elk personage is een mandala-achtig patroon, opgebouwd uit een aantal vaste elementen die zich na het schudden van de koker tot een nieuw patroon, een nieuwe persoon herschikken. Zinnen, dilemma’s, situaties komen constant terug in een andere context. De verteller aanschouwt het geheel. Deze techniek is een reflectie van het inzicht dat er verschillende uitkomsten mogelijk zijn. En als dit de verteller soms bevrijdt, stemt het hem ook regelmatig wrevelig: ‘maar het einde van al die verhalen blijft hetzelfde, geen verrassing daar. Dichterlijkheid zal daar nooit iets kunnen betekenen.’ De spanning tussen de verbeelding en de genadeloze tijd- en plekgebondenheid van het individu is Tieshengs leidraad. In het verlengde daarvan: de liefde, zowel zaligmakend alsook vaak onmogelijk in de praktijk. Dit wordt op de spits gedreven in de verhouding tussen O en Z, bij wie volbloedliefde uiteindelijk transformeert tot ‘zorgen voor’, voor de een, en ‘wraak nemen op de kindertijd’, voor de ander.

Shi Tiesheng leefde in de Volksrepubliek China, en daar schreef en publiceerde hij Notities van een theoreticus. In de Groene Amsterdammer van 24 januari rekent sinoloog en vertaler Daan Bronkhorst hem deze standplaats wel aan. Hij is over het algemeen enthousiast over het boek, noemt het voor de lezer een opwindende ervaring, en prijst ook de vertaling, maar waarschuwt de lezer wel al in de eerste alinea dat het verhaal misschien niet biedt ‘wat ze ervan zouden hopen’. Naar zijn inzicht kan Tiesheng de observaties en beschouwingen van zijn personages niet tot het uiterste ontwikkelen, omdat hij weinig zicht geeft ‘op wat de contemporaine overheid aanricht met onderdrukking, corruptie en uitbuiting’. Tieshengs wens om de censuur te omzeilen zou hier ten grondslag aan liggen.

Zijdelings wordt wel degelijk duidelijk wat de verwoestende werking is geweest van de Anti-rechtse Campagne, de Culturele Revolutie, en het eufemistische heropvoeden. Tiesheng krijgt dit niet voor elkaar door een klaagschrift of een journalistiek exposé, maar door aan te tonen hoe deze politieke kruisvaarten de personages met geweld hebben losgerukt uit hun familie en hun lokale gemeenschap. De banneling WR is hier het meest letterlijke voorbeeld van, maar ieder van hen is op drift. Ze verhouden zich met moeite tot het verleden, dat (te) radicaal is veranderd, en bouwen met horten en stoten iets nieuws op in de ruïnes. De personages leveren in hun eigen woorden inderdaad geen scherpe maatschappijkritiek op de Volksrepubliek, ze belichamen deze.

China heeft een tumultueuze eeuw achter de rug, en de communistische regering is voor een groot gedeelte verantwoordelijk voor de gruweldaden die zich in deze periode hebben voorgedaan. Tiesheng bagatelliseert dit niet, maar niet elke Chinese roman hoeft expliciet het kruis van de Tiananmenprotesten of de staat gesteunde hongersnoden te dragen. Voor bijna heel de wereld is de twintigste eeuw als een Hunneninvasie langsgeraast. Notities van een theoreticus maakt invoelbaar hoe het individu zich tot deze geschiedenis kan verhouden, hoe het allemaal anders had kunnen lopen en hoe dit idee een wrange troost is. Dit krijgt het voor elkaar door een gecompliceerde mozaïek van verhalen, dat door de ingenieuze inzet van herhaling en variatie behapbaar, samenhangend en meeslepend blijft.

Shi Tiesheng, Notities van een theoreticus
  • Vertaald uit het Chinees door Mark Leenhouts
  • Van Oorschot (2023), 696 blz.