Filosofie
Eigenzinnigheid, werk en geschiedenis Over menselijke vermogens
Oskar Negt, Alexander Kluge
(vert. Gertjan Schuiling, Frans Berkers en Rudi Laermans)
- Frans-Willem Korsten
- 8 oktober 2023
Ook van dikke werken blijft vaak niet meer dan een samenvatting of een referentie over. Dit werk van Oskar Negt en Alexander Kluge valt moeilijk samen te vatten; een referentie kan altijd wel, maar dan valt er een heleboel te refereren. Het werk is voorbeeldig geredigeerd en vertaald. Daarmee is een tijdsdocument ontsloten en relevant gemaakt voor onze tijd. Nu ja, deels relevant, want het werkt spreekt wel heel erg vanuit en tot zijn eigen tijd: de jaren ‘70 en ‘80 van de vorige eeuw. In Italië is dat de tijd van ‘post-autonomia’ of de ‘precario bello’, wat zich in de Nederlandse context het best laat vertalen als de tijd van spelen met en in de politiek: de kabouters. In Duitsland is wat als spel van demonstrerende studenten begon dan al grimmig geworden, een vorm van oorlog tegen de staat door de Rote Armee Fraktion. In alle gevallen is de vraag wie of wat de geschiedenis aandrijft: de alliantie tussen staat en kapitalisme, of toch de arbeiders, en breder: de mensen die handelend en werkend een maatschappij samenstellen, bottom-up. In die laatsten zien Negt en Kluge een vermogen en eigenzinnigheid die zij een autonome kracht toekennen. Al hun speelse, maar ook massieve en gewichtige overwegingen zijn daarop gericht.
Het werk is speels door de combinatie van filosofie en literatuur, kunst, populaire cultuur, en alledaagse praktijken. De bevindingen zijn soms verrassend puntig, zoals in de bespreking van Kleists Kohlhaas, waarin Negt en Kluge de executie van de hoofdpersoon lezen naast het feit dat zijn kinderen in de adelstand worden verheven: ‘Terechtstelling en verheffing in de adelstand – dat zijn de twee volkomen met elkaar overeenstemmende methoden om het collectieve protest te privatiseren, om de eigenzinnigheid te onteigenen.’ Op andere plaatsen (met name in het hoofdstuk over oorlog als arbeid) neemt de gewichtigheid de overhand en wordt er met veel fanfare iets heel simpels gezegd: ‘Het ligt voor de hand dat de staatsleiding een tegenmiddel tegen de terreur zoekt dat in overeenstemming is met de capaciteiten waarover zij beschikt. Dit kan tot een overspronghandeling leiden. De onoplosbare realiteit wordt vervangen door een oplosbare.’ Tja.
Het is geen boek om van begin tot eind door te nemen; dat wordt zwoegen. Het werk lemmatisch lezen stemt vrolijker. Wordt er een begrip genoemd dat de lezer nog niet kent dan is er een uitvoerige index die kan gidsen. Wat zeker helpt: vooraf het ‘Ten geleide’ lezen’, want dat plaatst het werk niet alleen in zijn tijd, maar legt ook uit waarom het nog tot onze tijd kan spreken.
Oskar Negt, Alexander Kluge, Eigenzinnigheid, werk en geschiedenis Over menselijke vermogens
- Vertaald uit het Duits door Gertjan Schuiling, Frans Berkers en Rudi Laermans
- Boom (2023), 528 blz.