Proza
Schaduw en koelte
Quynh Tran
- Hans Kloos
- 12 juni 2023
Ik was uit mijn elftal gestapt en ik zou er nooit spijt van krijgen.
Ik had gezien hoe Dennis Bergkamp de arme centrale verdediger van Argentinië binnenstebuiten keerde met twee voetbewegingen. Vervolgens had hij de doelman op zijn knieën gekregen; verslagen, verschalkt. Na zijn fabelachtige goal was Dennis Bergkamp naar de achterlijn gerend en daar gaan liggen met zijn armen uitgestrekt naar de hemel, alles trilde, dat herinnerde ik me duidelijk, de commentatoren waren overrompeld, het enige waartoe ze in staat waren was het herhalen van zijn naam. Bergkamp! Bergkamp!
Bergkamp bestond.
Ik stelde me Bergkamp voor – dat was mogelijk – Bergkamp bestond – maar ik was uit het elftal gestapt.
Dit proza is niet afkomstig van een Nederlandse literator met jeugdsentiment, maar van de hand van Quynh Tran, Fins-Zweeds auteur van Vietnamese komaf. Nu woonachtig in Malmö, maar geboren in een Maleisisch vluchtelingenkamp en opgegroeid in een stadje aan de Finse kust dat de meeste Finnen kennen als Pietarsaari, maar de meeste bewoners Jakobstad noemen, omdat zij zoals veel kustbewoners Zweedstalig zijn en de oude Zweedse naam gebruiken.
Het is ook het soort plek waar Skugga och svalka (Schaduw en koelte, 2021) zich afspeelt. Trans met meerdere prijzen bekroonde debuut is het relaas van de lotgevallen van een jonge Vietnamese vluchteling, zijn moeder en iets oudere broer die een plek proberen te veroveren in een onbekende wereld, verteld door de ogen van de jongste. En dat ‘door de ogen’ is bijna letterlijk. Tran schrijft zeer beeldende, korte hoofdstukken in een stijl die heel fysiek is en tegelijk ook iets ongenaakbaars kan hebben.
We reden met de ramen open en je kon de banden de zachte bladeren horen uitsmeren. Enorme lampen verlichtten de trimbaan. Soms ging ik op de achterbank liggen, wagenziek of daas van de suiker in de Pepsi.
Op sommige avonden kropen we voort. Dan ving je een glimp op van de gepensioneerden met hun reflecterende hesjes, hun loslopende, welopgevoede honden die zo mooi op de helling zaten, roerloos als rotsen, wanneer we voorbij reden. Op andere avonden schoten we ver over de maximumsnelheid. De wegen waren leeg en alles was zacht: de ondergrond, de blubberige sloten vol bladeren, zelfs de boomstammen zagen er zacht uit, ik kon me voorstellen dat ze ons in een trage, wiegende omhelzing zouden opvangen als Lan Pham de controle over het stuur zou verliezen en we het bos in slipten.
In het verhaal van de jongen wordt weinig uitgelegd en speelt voetbal trouwens maar kort een kleine rol. De dingen gebeuren vooral. De jongen probeert al vertellend de gebeurtenissen tot een verband te schikken, zoals hij ook doet met de foto’s die een belangrijke rol in het leven van het gezin spelen. Zo word je als lezer deelachtig aan zijn zoektocht. Het wordt nooit een fotoalbum waarin duidelijk wordt welk verhaal er precies achter elke foto schuilgaat. Het is die allerlei vermoedens oproepende raadselachtigheid die je met Trans zinnelijke stijl steeds verder lokt en je aan het eind doet afvragen wat je nu gelezen hebt. Daar komt misschien geen eenduidig antwoord op, maar wel het besef dat dit boek het lezen meer dan waard is.
De twee bovenstaande citaten uit dit intrigerende debuut vertaalde ik zelf en het zijn tot nu toe de enige fragmenten die er in het Nederlands zijn. Tijd om het boek naar het land van Bergkamp te halen en in zijn geheel te vertalen?
Quynh Tran, Schaduw en koelte
- Skugga och svalka
- Zweeds
- Norstedts/Förlaget (2021), 259 blz.