Poëzie

Nu de slapende honden

Ronelda S. Kamfer

(vert. Alfred Schaffer)

  • Tessa van Leeuwen
  • 14 november 2023

De Zuid-Afrikaanse literatuur staat nog altijd in verbinding met de Nederlandse literatuur. Er is uitwisseling tussen universiteiten van beide landen, de P.C. Hooftprijs is meermaals aan een Zuid-Afrikaan toegekend en bovendien wordt er relatief veel Zuid-Afrikaanse literatuur vertaald.

Ook de poëzie van dichter Ronelda S. Kamfer verscheen in het Nederlands. Kamfer kreeg met haar meest recente bundel Chinatown (2021, Nederlandse vertaling van Alfred Schaffer) veel aandacht. Haar debuutbundel Nu de slapende honden (2010) is hiermee op de achtergrond geraakt. Onterecht, want hierin geeft ze de lezer op een verbeeldingsrijke, diep rakende manier een inkijk in hedendaags Zuid-Afrika.

Kamfer (1981) groeide zelf op nabij Kaapstad tijdens het apartheidsregime. In de gedichten volgen we een jongvolwassen ik-persoon die net als Kamfer woont in de Kaapprovincie. Ze werkt aan schoolopdrachten, maakt hamburgers met haar vriendje, gaat met vriendinnen naar het strand en aanschouwt haar omgeving.

Tegelijkertijd probeert ze zich staande te houden tegenover de intergenerationele trauma’s van Zuid-Afrika. Ze is op zoek naar zichzelf, maar concludeert tegelijkertijd: ‘diep van binnen weet ik waar ik sta’. Haar leefomgeving, die getekend wordt door drugsgebruik, racisme, armoede en geweld, wordt ironisch gedocumenteerd. Het maakt deel uit van haar dagelijks leven. In de ene regel koopt ze sigaretten, in de andere is er een klasgenoot vermoord. Nonchalant, haast achteloos, verwerkt Kamfer verkrachtingen, ‘toekomstige moordenaars’ en overdoses in de gedichten. 

De honden uit de titel zijn een leidraad door de hele bundel heen. Overal duiken ze op, als onheilspellende figuren met meerdere gezichten. Er komen bijvoorbeeld agressieve honden in voor, die slavenopstanden neerslaan en de boerderijen van de witte bevolking bewaken. Kamfer introduceert hiernaast slapende honden die ontwaken. Zij zijn te lezen als metafoor voor de bevolking van kleur, die wakker wordt omdat ze meer vrijheid in de samenleving krijgen. 

Dat die vrijheid nog steeds een illusie is, is duidelijk. De hoofdpersoon overdenkt het: ‘Nu de slapende honden wakker zijn / zit het dienstmeisje nog altijd achter me aan’. Een pijnlijke constatering. Even pijnlijk zijn de plekken waar ze reflecteert op de toekomst. Als de slapende honden, de bevolking van kleur, wakker worden – worden zij dan ook net zo gruwelijk als een witte kolonist? Deze vraag is overal dreigend aanwezig. Het beest zit inmiddels in iedereen, lijken de gedichten soms te zeggen. De ik-persoon denkt na over hoe ze zelf ruimte wil innemen. Ze wil misschien nog het liefst aan alles ontsnappen, als ze beschrijft: ‘maar ’s avonds / vlak voor ik ga slapen / smeek ik de duisternis / om me weer bang te maken’. 

Ondanks deze gedachten blijft de ik-persoon uiteindelijk overeind staan. Ze wil een toekomst, onbezorgde nieuwe generaties en ze weigert op te geven. Of, zoals ze het zelf zegt:

zak er maar in
met een traan in mijn oog sluit ik af
en ik citeer Jabu Terre’Blanche
het geadopteerde zoontje van de buren
‘check m’n nieuwe T-shirt
dat mammie kocht
in de coöperatieve winkel in Elgin
het heeft twee kleuren dus het past bij allus’

Kamfers debuut bewijst dat de volgroeide schrijver die zij inmiddels is geworden, met vier dichtbundels en een roman op haar naam, al ruim een decennium geleden een veelbelovende entree maakte. Ze is door verschillende media neergezet als activist, terwijl zijzelf in interviews benadrukt dat ze dit niet is.

Dat blijkt ook uit haar debuutbundel. Haar poëzie is zonder meer een aanklacht tegen het kolonialisme en het (post-)apartheidsregime. Daar kun je als lezer niet omheen. Maar het is reductief om het alleen maar zo te noemen. De bundel heeft stilistisch een sterke eigen stem. Bovendien blijft het uitgaan van de kracht en autonomie van Zuid-Afrikaanse vrouwen van kleur en laat het Zuid-Afrika in al haar diepgang zien. Dat is een buitengewone prestatie te noemen. Een bundel om te koesteren.

Ronelda S. Kamfer, Nu de slapende honden
  • Noudat slapende honde
  • Vertaald uit het Kaaps-Afrikaans door Alfred Schaffer
  • Podium (2010), 83 blz.