Poëzie

Ecologica

Rozalie Hirs

  • Bram Ieven
  • 3 juli 2023

Stel: we willen ons anders – lees: zorgzamer – verhouden tot een ecosysteem dat juist door ons toedoen onder enorme druk staat. Hoe doen we dat? Hebben we dan een andere manier van denken nodig, een nieuwe logica? Of moeten we juist een andere taal ontwikkelen, met meer aandacht voor het leven om ons heen, waarmee we verweven zijn? 

De titel van Rozalie Hirs’ nieuwste bundel suggereert het eerste, een nieuwe logica, maar draagt bij aan het tweede, de ontwikkeling van een nieuwe taal. Een schijntegenstelling zou je denken, taal en logica hangen samen. Maar in Ecologica toont Hirs hoe moeilijk het is om vanuit de taal tot een nieuwe logica te komen. 

Rozalie Hirs is dichter en componist. Dat is af te lezen aan deze bundel. Het eerste deel is nieuw, het tweede deel is gebaseerd op een compositie die Hirs in 2015 schreef voor Holland Festival en Klangforum Wien, het derde deel dateert al van 2004. 

Het laatste deel is niet alleen het oudst, maar ook het toegankelijkst. Op de linkerpagina bezingt een koor planten die in kalkrijk gebied kunnen groeien. Diverse talen lopen door elkaar, met elkaar verbonden door de kalkgrond en de planten. Op de rechterpagina bezingt een solostem de distel, die in de onherbergzaamste grond kan wortelen. De tekst is kenmerkend voor het vroege werk van Hirs. Locus (1998), Logos (2002) en zelfs [Speling] (2005) waren zorgvuldig uitgedachte bundels waarin de relatie tussen taal en werkelijkheid conceptueel in vraag gesteld wordt. Geen toegankelijke poëzie, maar eenmaal het concept duidelijk is vallen de gedichten op hun plaats. 

Recenter werk van Hirs beweegt weg van die conceptuele eenduidigheid. In Ge sta mel de werken (2012) zijn hoofdletters en leestekens vrijwel afwezig, in oneindige zin (2022) zijn de zinsstructuren van de meeste gedichten onnavolgbaar. Dit is geen postmodernisme meer dat reflecteert op de verstoorde relatie tussen taal en werkelijkheid, dit is zelf verstoorde taal. 

Het eerste deel van Ecologica bewandelt datzelfde pad. Regel na regel laat Hirs de betekenis van haar zinnen kantelen door te spelen met zinsbouw en werkwoordsvormen. De gebiedende wijs is geregeld het vertrekpunt. Een gedicht opent met ‘kleed je aan blauwtje met een of andere grote sprong’, een ander met ‘keer terug naar de ingewanden van het water’. De abstractie is overweldigend (Wie of wat is blauwtje? Wat zijn de ingewanden van het water?) en de belofte van zin wordt niet ingelost. Hirs zet de lezer resoluut op het verkeerde been. Ze speelt met algemeenheden, hermetische betekenis, en vooral met het samenvouwen van zinnen die eigenlijk niet samengaan. 

De gedachte dat we ons op een andere manier tot ons ecosysteem kunnen verhouden, wordt in Ecologica ontmaskerd als naïef. Uiteindelijk is vooral onze hulpeloze en soms ronduit gewelddadige natuurblindheid die centraal staat. Misschien is dat wel het ideale startpunt om ons op een andere manier te gaan verhouden tot de wereld om ons heen.

Rozalie Hirs, Ecologica
  • Nederlands
  • Vleugels (2023), 64 blz.